Cookie beleid Odysseus'91

De website van Odysseus'91 is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

USVV Odysseus ’91 Heren Dos – Valleivogels 2

USVV Odysseus ’91 Heren Dos – Valleivogels 2

Odysseus '91 2

2 - 4

Valleivogels 2

Competitie

1e klasse B

Datum

23 april 2022 10:00

Scheidsrechter

A. Zammouri

Accommodatie

Sportpark Olympos
Uppsalalaan 3
3584CT
UTRECHT
tel. 030-2534471

Ruim een jaar geleden, op 29 januari van het jaar 2021, kreeg Pim de V.L. (36) uit Almere een maand voorwaardelijke celstraf, en een werkstraf voor 120 uur opgelegd door de politierechter in Amsterdam. De reden? Pim was koffie gaan drinken op het museumplein (een eufemisme voor een lekker potje rellen), en had daarbij een karatetrap uitgedeeld aan de ME.[1] Een interessante uitspraak, en niet in de laatste plaats vanwege die karatetrap. Wat als Pim niet bij het koffie drinken, maar tijdens een karatewedstrijd diezelfde trap had uitgedeeld? Vermoedelijk was het dan niet tot een strafrechtelijk onderzoek gekomen.

Ik kan uw cynische reactie op deze inleiding bijna horen. U zal waarschijnlijk van mening zijn dat dit volstrekt logisch is. Misschien niet ten onrechte, maar ga toch eens bij uzelf te rade: waar ligt nu de grens? Wat als Pim tijdens een karatewedstrijd dit had gedaan, maar dan net nadat de bel voor het einde van de ronde had geklonken? Of stelt u zich eens voor dat Pim niet tijdens de wedstrijd, maar onderweg naar de mat alvast zijn kunsten had vertoond? Ingewikkelde materie, en daarom heb ik besloten dat het hoog tijd is voor enkele, semi-juridische, bespiegelingen.

In sport- en spelsituaties gelden andere regels voor aansprakelijkheid dan buiten deze situaties. Deelnemers weten immers dat er bepaalde risico’s kleven aan de beoefening van de sport. Men noemt dat ‘een bepaalde mate van over en weer geaccepteerde gevaarzetting’.[2] Maar, wanneer is er nu sprake van een dergelijke situatie? En, wat is nu precies die acceptabele mate van gevaarzetting?

Graag neem ik u mee naar 23 april 2022. Ondergetekende is onderweg naar sportcentrum Olympos en lijkt, ondanks aanhoudende tegenwind, op tijd op de plaats van bestemming aan te komen. Terwijl ik druk imaginerende ben, komt er om 08:52 een abrupt einde aan de warme klanken van Vanessa Da Mata door mijn oortjes. Mijn telefoon gaat. Adrie Caster aan de lijn. Eventjes denk ik nog aan goed nieuws: de spitspositie. Niets blijkt echter minder waar. Cas heeft zich schromelijk vergist in de tijd, en zal te laat komen. Hoewel het eerste kannetje van de dag daarmee binnen is, betekent dit ook dat ik de kleedkamersleutel moet ophalen. Een behoorlijke aanslag op mijn strakke schema. Ik schakel naar het buitenblad en buig mij als eenzame fietser kromgebogen over mijn stuur tegen de wind, een weg naar de blokhut. Daar eenmaal aangekomen blijkt dat Stijven het gras al voor mijn voeten weg heeft gemaaid. Stipt 09:00 loop ik kleedlokaal 23 binnen. Adrie is te laat, dus zal hij het van zijn collega’s moeten hebben. Jammer genoeg is JVZ, die zijn zaterdagen tegenwoordig indeelt alsof hij enig kind is, afwezig en moet ook Temmie verstek laten gaan. Gelukkig is daar Tycho, die speciaal vanwege de Roze Zaterdag zijn rentree maakt langs de lijn bij Heren Dos. Zodra ook Adrie er is en we op Sven (mechanische problemen) na compleet zijn, wordt de opstelling duidelijk: Ibi (vandaag overigens wederom net iets te laat) – DJ Dartpijl, Scheeids, Bas, Stijve – Jeroe, De Knik, Loco – Meuwie, Mick en Sven.   

Om 10:00 uur is het dan eindelijk zover: scheidsrechter Zammouri geeft het startsein voor wat een onvervalste driepunter voor de mannen in het paars moet worden. Na wat inleidende beschietingen wordt Meuwie weggestuurd op rechts. Hij weet het balletje terug te leggen op Loco, die keurig afwerkt: 1-0. Met die stand wordt ook de rust bereikt. In de kleedkamer wordt onder het genot van een heerlijk bekertje ranja de eerste helft geanalyseerd, en geeft Mick in niet mis te verstane instructies aan wat ons te doen staat: 2-0 maken, 45 minuten volhouden en dan lekker een paar pintjes drinken. Uiteindelijk bleek dat slechts één van deze taken ook daadwerkelijk uitgevoerd werd. In het eerste kwartier na rust gaat het mis voor Heren Dos. Eerst een penalty tegen. Ibi naar links, spits naar links, 1-1. Nog twee standaardsituaties en een paar foutjes later staat er 1-4 op het scorebord. Reden voor Valleivogels om rustig de wedstrijd uit te spelen zou je denken. Wie uit Scherpenzeel komt, denkt daar kennelijk anders over.

Het moet zo rond de 80e minuut geweest zijn, dat Mick op slinkse wijze de bal wist te ontfutselen van de centrale verdediger van Valleivogels. De weg naar het doel lag open. Even leek de speler van Valleivogels logisch te kunnen nadenken. 4-1 voor, 80e minuut, lekker weer, sportcafé is open, Mick is geen echte spits: dit zal wel loslopen. Helaas maakte een vlaag van verstandsverbijstering een einde aan zijn rationele overwegingen. Een welgemikte uithaal op het scheenbeen van Mick bracht uitkomst.

Terug naar die sport- en spelsituaties, weet u nog? Mick, die na de trap op zijn scheenbeen niet alleen op zoek was naar ijs maar ook naar smartengeld, wendde zich voor juridisch advies tot mij. Ondanks de hevige emoties die bij zo’n aangelegenheid onvermijdelijk zijn, probeerde ik het bij de feiten te houden. Deelnemers aan sport- en spelactiviteiten hebben immers van elkaar gevaarzettende gedragingen te verwachten. Om te kijken of er sprake is van te verwachten gevaarzettende handelingen, dient te worden gekeken naar de concrete omstandigheden en feiten van het geval (juristenjargon voor: koffiedik kijken mannen).[3][4] In dit kader kan het Natrap-arrest houvast bieden.[5] De Hoge Raad overweegt: ‘’De deelnemers aan een sport als voetballen hebben immers tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt over en weer van elkaar te verwachten, terwijl gedragingen die een overeenkomstig gevaar in het leven roepen, buiten het kader van de sport door deelnemers aan het maatschappelijk verkeer als regel niet van elkaar behoeven te worden verwacht en mede daarom ook veelal niet aanvaardbaar zijn’’. Enkele relevante omstandigheden zijn, volgens vaste jurisprudentie, de onderlinge verhoudingen van partijen[6], het begin en eind van de sport- en spelsituatie[7] en de plaats van de activiteit.[8]

De risico’s die kleven aan sportbeoefening, zijn overigens voor een groot gedeelte af te leiden uit spelregels. Het overtreden van spelregels is een factor die mee kan wegen bij de beoordeling van de onrechtmatigheid.[9] Wat dat betreft spreekt het niet in Micks voordeel dat de schop niet beoordeeld is met een gele dan wel rode kaart. Sterker nog: op basis van deze bevindingen is het waarschijnlijker dat Meuwie zich binnenkort mag melden bij de Rechtbank. Hij ontving van de prima leidende arbiter een gele kaart vanwege aanhoudende, en mijns inziens ongefundeerde, kritiek. Gelukkig voor Meuwie kan hij deze gele kaart, gelet op zijn seizoenstotaal en kasjmier jas, prima hebben. Kleine kanttekening bij de rol van de spelregels: ze zijn wel degelijk relevant, maar absoluut niet bepalend. Indien dat het geval zou zijn, zou elke overtreding van een spelregel een onrechtmatige daad kunnen zijn.[10]

Stel nu dat er sprake is van een dergelijke sport- en spelsituatie, en Mick dus een bepaalde mate van gevaarzetting kon verwachten, wat is dan precies de grens? Een eenduidig antwoord is, zoals te doen gebruikelijk bij juridische vraagstukken, lastig. Het is uiteindelijk aan de lagere rechter om de feiten en omstandigheden van het geval te bepalen. Daarin schuilt een zekere mate van discretionaire bevoegdheid en beoordelingsvrijheid voor de feitenrechter.[11]

Kort en goed: als Mick toevallig de goede rechter treft, kan de teamrekening zomaar verdubbeld worden. Bekeken vanuit de rechtsvormende taak van jurisprudentie, en de kosten van de snel naderende Día de Paloma, lijkt het mij raadzaam om deze zaak derhalve aanhangig te maken. Ik houd me aanbevolen.

 

[1] Schildkamp, V. (2021, 30 januari). Man van ‘beroemde’ karatetrap tegen ME hoort drie maanden cel eisen, maar krijgt 120 uur werkstraf. AD.nl. Geraadpleegd op 24 april 2022, van https://www.ad.nl/binnenland/man-van-beroemde-karatetrap-tegen-me-hoort-drie-maanden-cel-eisen-maar-krijgt-120-uur-werkstraf~abb60527/?cb=86813839283c214fe41e9d8be92c7f83&auth_rd=1

[2] J. Spier e.a., Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer: Kluwer 2015

[3] R.G.S. Pennino, ‘Grenzen aan de verhoogde aansprakelijkheidsdrempel binnen sport en spel?’, Data Juridica 2015

[4] P. Termote, 2022

[5] HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622

[6] R.H.J. Wildenburg, 'Rechtspraak: Sport en spel', TVP 2003/2 2003, zie ook: HR 20 februari 2004, NJ 2004, 238

[7] HR 19 oktober 1990, NJ 1992/621, HR 28 maart 2003, NJ 2003, 718

[8] A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk recht, Deel 6-II, Verbintenissenrecht, Deventer: Kluwer 2017

[9] HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622, r.o. 3.3

[10] N.K. van Mullem, 'Aansprakelijkheid bij sport en spel', ArsAequi 2003/3 2003

[11] R.H.J. Wildenburg, 'Rechtspraak: Sport en spel', TVP 2003/2 2003

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!