De wastas een week te vroeg mee naar huis en daar zit je dan. Geheel in stijl; anderhalf uur voor de deadline, op de maandagochtend en dan ook nog eens als volgende in de rij achter een meesterwerk van P. van der Linden. Druk bezig alle creativiteit uit de hersenen te wringen. Gaat ie het halen? Terwijl ik de 4e hap kwark naar binnen lepel (deze keer wel netjes in een kom, ik blijf niet dweilen) begin ik maar vast te typen op mijn telefoon, anders wordt het wel heel erg haasten straks.
Het was een mooie zonnige dag met op het programma een prachtig affiche tussen Ody en de mannen die er maar wat graag weer voor zouden willen spelen. Vanzelfsprekend, een beladen pot. De spelers werden uiteraard verwelkomd door een stralende glimlach van de staff. Cas, Britt en oh hey! Nóg een Britt! De heren begonnen een stevige warming-up onder het toeziend ook van twee Britten (of twee Britts om verwarring te voorkomen). Twee soldaten die een warming-up leidden op strook gras dat iets weg had van een militair oefenterrein, dit moest wel goedkomen. Toen er eindelijk verplaatst kon worden naar het hoofdveld was het al gauw tijd om de wedstrijd te starten en de boodschap was duidelijk: GIEREN!
Wat vervolgens werd voorgeschoteld aan het publiek was werkelijk een streling voor het oog. Er is simpelweg té veel om over te schrijven en de schrijver van dit stuk is nog wel eens met zijn hoofd bij andere dingen, dus zal dit verslag zich beperken tot enkele ‘highlights’ uit het oogpunt van ondergetekende.
De mannen in paars begonnen, zoals afgesproken, vol overgave aan de eerste helft en leken hiermee de wedstrijd naar zich toe te trekken. Niks bleek minder waar. Ar-“de pitbull”-nonus bleef geblesseerd op het veld zitten. Met de staart tussen de benen moest hij het slagveld verlaten, geen Cesar Millan die hier nog wat aan kon veranderen. Hier bleef het niet bij...
Als een donderslag bij heldere hemel bereikte het onomkeerbare inzicht de spelers: de mannen (lees jongens) van heren DOS waren te lief. Volgens Phillip, die vol verbazing de ontluisterende statistieken van de kapitein te horen kreeg: “maar 3 gele kaarten over het hele seizoen”, moest en zou daar verandering in komen. Echter, bij de eerste forse ingreep van de slager uit Zandvoort kreeg hij vooral zélf een harde tik op zijn met-vaseline-geplamuurde knie. Net als Arnonkel moest ook hij het veld verlaten. Phillip, het zit je ook niet mee jongen...
Ondanks het plan om niet meer als de lieve jongens van de competitie gezien te worden, waren het toch weer de manen in het paars die de klappen kregen. Of het nou door het gemene intenties van de Wijkers kwam of de nét-te-snelle, flitsende acties van heren DOS, zullen we nooit weten. Vermoedelijk het tweede, want over snelheid gesproken: tijdens de sprint van Gijs aan het einde van de wedstrijd, waarmee hij de keeper van de Rivierwijkers de stuipen op het lijf joeg, werd een snelheid van 33,7 km/u gemeten! Hiermee verovert hij plekje nummer 1 in de ranglijst, gefeliciteerd kerel! Andere spelers in de top 3 zijn: op nummer 3, ene Marlo van de wijkers en op nummer 2 (jullie voelen hem al aankomen) onze eigen Ysbrand, die (naar eigen zeggen) geen sprintduel van Marlo had verloren en zelfs een keertje op hem was ingelopen toen hij een kleine voorsprong had. Ga zo door!
Ondanks het dominante spel van heren DOS waren het de Rivierwijkers die op voorsprong kwamen en Ody werd niet gespaard. Nadat zijn broer al naam voor zichzelf had gemaakt (afbeelding 1), wilde de spits van de Wijkers (“Turbo” in de volksmond) zijn eigen weg naar bekendheid inslaan. Hij schoot